Lage rugpijn

Lage rugpijn in het kort:

• Lage rugpijn komt veel voor en is meestal niet ernstig.
• Lang staan of zitten en bewegen kan behoorlijk pijn doen.
• Als je zo gewoon mogelijk blijft bewegen, vergroot je de kans op herstel.
• Forceer jezelf niet en zorg dat je niet lang in dezelfde houding zit of staat.
• Je kunt terecht bij een fysiotherapeut voor informatie, advies over verstandig bewegen en specifieke oefeningen voor je rug.

Wat kan de fysiotherapeut voor je betekenen?

Als je lage rugpijn hebt, kun je bij een fysiotherapeut terecht voor informatie, advies en oefeningen gericht op je houding en (de opbouw van) je dagelijkse activiteiten. Ook krijg je informatie en oefeningen voor de problemen die je ervaart bij het bewegen. Bij acute klachten gaat de pijn door de specifieke rugoefeningen niet meteen weg, maar de behandeling kan er wel voor zorgen dat je je beter voelt. Bij chronische en langdurige rugklachten leveren de specifieke oefeningen vaak wel aantoonbaar positieve resultaten op.

Fysiotherapeutische begeleiding is erop gericht dat je in toekomst zelf weet wat je moet doen als je weer rugklachten krijgt. Welke bewegingen zijn dan goed, wat kun je beter (tijdelijk) vermijden? Je fysiotherapeut leert je te leven met je rug.

Wat is lage rugpijn?

Lage rugpijn wordt ook wel spit of lumbago genoemd. Het komt veel voor: vier van de vijf mensen hebben er weleens last van. Waardoor de pijn veroorzaakt wordt, is vaak moeilijk te achterhalen. Bij de meeste mensen heeft lage rugpijn te maken met de spieren, banden en gewrichten in de rug. Die zijn dan – simpel gezegd – tijdelijk ‘uit vorm’. Zelfs bij erge pijn is er meestal geen sprake van een ziekte of blijvende schade.

De klachten van lage rugpijn

Patiënten met lage rugpijn hebben pijn onderin hun rug. De pijn kan ook uitstralen naar de bil of het been. Lang staan of zitten, maar ook bewegen, kan behoorlijk pijn doen. Bij sommige mensen is de rugpijn eenmalig, anderen hebben geregeld klachten.

De behandeling van lage rugpijn

In de meeste gevallen wordt rugpijn niet veroorzaakt door een ernstige ziekte en gaat het vanzelf weer over. Een geruststellende gedachte, maar dat neemt niet weg dat pijn in je rug heel lastig en vervelend kan zijn. Een wondermiddel tegen rugpijn bestaat niet, maar het helpt wel om te blijven bewegen. Hoe je met rugpijn op een verantwoorde manier kunt bewegen, lees je onder ‘Wat je zelf kunt doen’ en ‘Wat fysiotherapie kan doen’. Bij een acute aanval van rugpijn kun je in overleg met je huisarts eventueel een pijnstiller nemen. Bedrust is meestal niet nodig, maar soms kán het gewoon even niet anders. Probeer dan niet langer dan een dag of twee in bed te blijven, anders wordt je rug stijf en raken je spieren ontwend aan beweging.

Tips om rugpijn te voorkomen of verzachten

• Til en draag dingen dicht tegen je lichaam aan. Als je iets wilt optillen, buk dan niet voorover. Het is beter om door je knieën te zakken. Heb je iets zwaars in je handen? Draai dan niet tegelijkertijd met je rug.
• Zitten en staan. Gebruik een stoel die goede steun biedt aan je onderrug. Controleer of bureaus en tafels een comfortabele hoogte hebben. Moet je lang achter elkaar zitten of staan? Wissel dan regelmatig van houding.
• In conditie blijven. Zorg dat je in conditie blijft. Zo verklein je de kans dat de rugpijn weer terugkomt. Wandelen, zwemmen, fietsen: het maakt niet uit wat je doet. Als je maar beweegt.
• Stress zorgt voor een gespannen houding. Dit vergroot de kans op rugpijn. Probeer te ontspannen.
• Gezond leven. Overgewicht en roken zijn risicofactoren voor rugpijn.

Wat kun je zelf doen?

Onderzoek heeft aangetoond dat het belangrijk is om zo gewoon mogelijk te bewegen als je rugpijn hebt. Het motto is: blijf bewegen, maar forceer niet. Probeer door te gaan met je dagelijkse activiteiten, ook als je pijn hebt, maar zwaar (huishoudelijk) werk, tillen of langdurig in één houding staan of zitten kun je beter een poosje vermijden. Ook is het niet verstandig om veel te doen op dagen dat je weinig pijn hebt en weinig op dagen dat je veel pijn hebt. Probeer langzamerhand je rug weer wat meer te belasten.